Drie maanden verbleef ik in Engeland, om verschillende redenen. Eén ervan was dat ik ontzettend veel van het Verenigd Koninkrijk houd: ik kom er al 20 jaar en de laatste jaren kwam ik er zo’n drie keer per jaar. Een andere reden was dat ik opgebrand was en rust nodig had. Thuis, in Nederland, bleef ik als een hamster in mijn radje rondrennen, en zag nergens een moment om te stoppen met rennen.
Tien jaar geleden had ik een psychotherapeut en aan haar vertelde ik dat ik graag langere tijd naar Engeland zou willen. Misschien zelfs verhuizen!
Ze zei dat het vluchten was, dat ik overal waar ik heen zou gaan mijn zorgen en problemen mee zou nemen. Dat ik beter kon blijven waar ik was en het in Nederland oplossen. Maar tien jaar later liep ik nog steeds tegen dezelfde problemen aan.

Het blijkt dat psychotherapeuten niet altijd gelijk hebben. Dat is de eerste les: vertrouw soms op je eigen intuïtie, zelfs als specialisten iets anders zeggen. Verblijven in North Yorkshire, tussen de Noordzee en de North York Moors die vol met heide staan, is het beste wat ik in jaren heb gedaan. Ik heb hier meer geleerd dan in de afgelopen vijf jaar en ik kan stellen dat het me op een wezenlijke manier heeft gered. Nu wil ik niet zeggen dat het voor iedereen werkt, maar als je diep van binnen voelt dat je zoiets wat ik deed, moet doen: doe het dan.

Deze maanden vlogen voorbij. Nu ik weer thuis ben, reflecteer ik op de lessen die ik hier heb geleerd, zodat ik ze blijf onthouden. Een paar van deze lessen deel ik hieronder.

1. Mijn werk bepaalt niet mijn identiteit

Er gaat veel onder mijn ‘workaholic’-zijn schuil, vooral dat ik nuttig wil zijn voor anderen. Ik werkte zo hard dat ik mezelf verloor. Mijn identiteit werd die van ‘illustrator’, ‘fotograaf’, ‘schrijver’ of ‘grafisch ontwerper’, terwijl ik meer ben dan het werk dat ik doe. Iedereen is meer dan hun beroep.
De laatste jaren heb ik weinig tijd geschonken aan bewust leven en vooral energie gestoken in de productie die ik draaide. Dat verandert nu langzamerhand. Ik leer dat ik een compleet mens ben zonder mijn werk. Ja, ik werk als illustrator/schrijver/kunstenaar, maar ik ben ook een nuchter persoon die graag diepe gesprekken voert, houdt van urenlang wandelen en zwemmen, niet graag naar feestjes gaat maar het heerlijk vindt om in een pub met iemand te zitten, het liefst slaapt onder pas gewassen dekens, en meer boeken verzamelt dan er tijd voor maakt om ze te lezen. Onder andere.

2. Bewuster omgaan met mijn tijd

Ik ben heel dienstbaar ingesteld. Een ander, zelfs wildvreemden, geef ik vaak meer prioriteit dan mijzelf. Mijn DM’s en emailinbox vullen zich elke dag met vragen en verzoeken: ik zou mijn leven kunnen wijden aan het helpen van alle mensen die mijn brein of handen voor het een of ander nodig hebben. Vaak ook nog onbetaald.
Tot een paar jaar geleden beantwoordde ik elke e-mail en DM die ik kreeg, en dat nam meer dan vier uur per dag in beslag. Inmiddels laat ik heel veel liggen. Niet dat ik dat makkelijk vind, maar als ik een leven naast staren naar schermpjes wil hebben, zal ik wel moeten. Tijd is ontzettend kostbaar, want als je het eenmaal gespendeerd hebt, krijg je het niet terug. Het is daarmee kostbaarder dan geld. Ik vraag mezelf dus nu regelmatig: ‘is dit waar ik mijn kostbaarste goed aan wil besteden?’.
Dat iemand iets van me wil, wil namelijk niet zeggen dat ik verplicht ben het te geven.

3. Buiten wandelen is helend

Het platteland van Engeland deed me veel goed. Als ik vijf minuten wandelde vanuit de cottage, kwam ik bij een hek dat leidde naar de rand van de North York Moors. Daar beginnen de uitgestrekte weides, zonder dat je een autoweg of huis ziet. Hoe verder je loopt, hoe stiller het wordt. Je hoort fazanten, vogels en het geluid dat heide maakt in de wind. Ik heb behoefte aan die rust, aan plekken waar de mens even niet van zich laat horen. Ik heb zo’n plek nog niet in Nederland gevonden.
Omdat wandelen zo’n automatische beweging is, kun je je gedachten de vrije loop laten, en zo voelt wandelen als een mini-therapie-sessie. Wandelen zonder dat ik bang hoef te zijn dat ik word overreden door een auto of fiets, is voor mij ultieme luxe.

4. Rustige omgeving = rustige geest

Het heeft lang geduurd om dit in te willen zien, maar ik ben geen stadsmens. Toen ik tien jaar geleden van Drenthe naar Rotterdam verhuisde, kreeg mijn carrière een boost, maar ik kreeg ook paniekaanvallen. Toen ik bijna drie jaar geleden nét buiten de stad ging wonen, had ik er nauwelijks meer eentje. Maar ook nét buiten de grote stad, waar nog steeds heel veel snelwegen zijn, waar mensen toeteren als je niet binnen één milliseconde optrekt met je auto bij een verkeerslicht, waar degene achter je in de rij bij de supermarkt heel hard begint te zuchten als je niet snel genoeg je boodschappen op de band legt, en waar je overal en altijd vliegtuigen of andere machines hoort, voel ik me bijna altijd onrustig en onder druk staan.
De Nederlandse randstad is namelijk gebouwd op snelheid. Ren je niet zo hard mee, dan blokkeer je de weg voor anderen. Ik wil niet zo hard rennen en kan het ook niet (meer). Daarom heb ik mijn partner gevraagd of we op termijn naar het Oosten van het land kunnen verhuizen, ergens buiten een dorp.

5. Omringen met de juiste mensen

Er is een citaat van Jim Rohn dat je de som bent van de vijf mensen waarmee je het meeste omgaat. Ik denk dat dat genuanceerder ligt, maar er zit een kern van waarheid in. Ik merk dat als ik me vooral omring met mensen die bepaalde denkbeelden hebben, dat dat mijn bubbel wordt, terwijl ik juist open wil blijven. Daarom ben ik beter gaan kijken naar welke mensen ik in mijn directe cirkel heb. Wie maakt mij een beter mens? Wie zorgt ervoor dat ik anders leer kijken naar wat ik voor vanzelfsprekend vind? Wie is fijn om eens lekker mee te klagen over onbenullige dingen? Wie staat er midden in de nacht voor mij klaar als het nodig is? Wie laat mij goed voelen over wie ik ben? Voor wie heb ik een toegevoegde waarde? Als iemand me veel te vaak slecht laat voelen over wie ik ben en voor wie ik niet goed genoeg ben, dan laat ik hen gaan als iemand in mijn directe cirkel.

6. Als ik voor mezelf kies, schaad ik daarmee niet direct een ander

Als ik moest kiezen om een ander teleur te stellen of mezelf, dan stelde ik mezelf liever teleur. Veel makkelijker om mee te dealen. Dat resulteerde er soms in dat ik zoveel dingen in mijn agenda had gepland dat ik geen weekenden of avonden meer vrij had. Daardoor ging ik vaak ver over mijn grenzen, en dat was uiteindelijk één van de redenen van mijn burn-out. Ik heb het nog niet helemaal onder de knie, want ook dit jaar vier ik mijn verjaardag niet (en die van mijn nichtje, partner en moeder niet) omdat ik te veel werk heb ingepland en daardoor geen ademruimte heb. Maar ik voel nu wat ik mis, en dat is pijnlijk genoeg om het anders te gaan doen.

7. Social media zorgt soms dat ik me minder verbonden voel

Ik heb de leukste mensen ontmoet op social media en veel vrienden gemaakt, en het is een prachtig medium om je werk te laten zien. Maar soms is de balans gewoon scheef. Daarom ben ik nu wat zorgvuldiger met hoe ik mijn tijd besteed online.

Contact met anderen
Een paar van mijn vrienden post bijna alleen maar politieke of wereldkwesties op sociale media. Ik merkte dat ik me steeds minder met hen verbonden voelde, omdat ik maar één (extreme) kant van hen zag en niet het gehele plaatje. Maar toen ik een dag met een van die vrienden doorbracht, besefte ik dat ze meer zijn dan de inhoud die ze op sociale media posten, dat ze in het echte leven minder extreem zijn dan ze zich online presenteren. Ik voelde me weer verbonden met hen.
Dus, hoe sociaal zijn social media eigenlijk als we eigenlijk steeds verder van elkaar afdrijven? Ik zou graag meer afspreken met vrienden om me meer met hen verbonden te voelen. Op sociale media zie je vaak teveel één kant van iemand en niet het hele plaatje. We zijn meer dan onze banen, maar ook meer dan onze social media accounts weergeven.

Contact met mezelf
Ook merk ik dat me minder verbonden met mezelf voel als ik te lang op social media scrol. Ik zie zoveel mogelijkheden en vraag me regelmatig af: ‘moet ik dat ook doen?’, voornamelijk wat werk betreft. Daardoor ga ik soms twijfelen aan mezelf en voel ik minder goed aan wat ik nodig heb of wil.
Als we niet goed in ons vel zitten, grijpen we sneller naar onze telefoons. Je hoort vaak dat social media hetzelfde effect heeft als een drugsverslaving, dus als we ons minder goed voelen, grijpen we naar verdoving. Maar juist op die dagen moeten we de telefoon in een kastje leggen en er vooral niet op kijken. Spreek af met een vriendin (oké, daarvoor mag je je telefoon gebruiken), ga een lange wandeling buiten maken of bak een taart. Doe iets met je handen, zodat je hoofd weer in verbinding komt met je lijf en je weer gaat voelen wat je nodig hebt.
Ik neem nu soms pauze van social media. Op die momenten kom ik weer tot mezelf en sta ik steviger in mijn schoenen. Door mijn focus op mezelf te leggen in plaats van op alle anderen online, kom ik weer in contact met mezelf.

Zo’n gezapige uitspraak, maar:

8. Het gaat niet om de eindbestemming, maar om de weg ernaartoe

Minder werken en meer leven. Ik heb me voorgenomen elk jaar een tijd ergens heen te gaan om op te laden, zoals ik deed in Engeland. Ik wil minder werken, zodat er meer tijd is om bewust te leven. Ik jaag soms zo hard door de dagen heen, dat ik mijn leven niet altijd bewust meemaak. Dagen worden vage herinneringen.
Ik wil niet dat er straks op mijn grafsteen staat: “Ze heeft in elk geval alle deadlines gehaald”. Als het echt om de eindbestemming zou gaan, heeft het leven an sich niet eens zin.
Ik had werkdoelen, en zodra ik deze had behaald was ik al weer bezig met het volgende project, zonder te genieten van het behalen van dat doel. Toen ik met mijn partner met handen en voeten een berg beklom in North Yorkshire, was hij helemaal aan het genieten van het klimmen zelf. Ik tierde: “als we straks geen mooi uitzicht hebben, ga ik heel hard janken!”. Dat is het verschil tussen ons: ik werk hard voor het eindresultaat, terwijl hij geniet van de weg ernaar toe. Bovenop de berg was inderdaad een mooi uitzicht, en ik ging zitten om ervan te genieten (zou ik ook vaker met mijn werk moeten doen). Hij liep meteen door en zei: “kijk, nog een heuvel!”, zonder stil te staan bij het uitzicht. Een balans tussen zowel de weg naar iets toe en het genieten van het eindstation zou perfect zijn.

Wil je meer tips en creatieve ideeën in je inbox?

Ontvang elke maand mijn nieuwsbrief met tips en inspiratie, kijkjes achter de schermen, workshops en nieuw werk.

Thank you for subscribing!